dinsdag 9 juli 2013

Appelboom in ouderlijke tuin

Mijn vader zegt: "Hij is me voorgegaan.
Je moet, wanneer je kunt, gauw komen kijken."
Ik ga meteen, verbaasd dat kon bezwijken,
Wat er al heel mijn leven heeft gestaan.

Mijn vader lacht. Toch zie ik ook een traan
Heel kleintjes in zijn linkerooghoek prijken.
Hij wil me zijn verdriet niet laten blijken
Maar is voor mij toch zichtbaar aangedaan.

Er liggen volle takken in het gras,
De oude stam is overlangs gespleten,
De boom zal nooit meer worden hoe hij was.

Hoe lang ik leef, ik zal dit nooit vergeten
Maar over dertig jaren snap ik pas
Wat pa denkt dat de boom vandaag laat weten.

woensdag 3 juli 2013

Bij de dood van Maarten van Roozendaal

Hij zong met overtuiging 'Red mij niet!'
Met rauwe stem, getekend door het leven,
Waarmee hij zich vol passie heeft gegeven
In menig ruig en hard-romantisch lied.

Geen ander is er in ons taalgebied
Die zulke rake teksten heeft geschreven.
Hoe hij ze bracht, zo heftig en gedreven,
Dat maakte hem bij kenners favoriet.

"Ik ben nog weer een jonge lente waard"
Heeft hij in 'Mooi' voor zijn publiek gezongen
En zo zijn liefde aan april verklaard.

Maar Maarten heeft zijn lijf en ook zijn longen
Al rokend en al drinkend niet gespaard,
Was reddeloos toen Hein hem heeft besprongen.