Mijn vader zegt: "Hij is me voorgegaan.
Je moet, wanneer je kunt, gauw komen kijken."
Ik ga meteen, verbaasd dat kon bezwijken,
Wat er al heel mijn leven heeft gestaan.
Mijn vader lacht. Toch zie ik ook een traan
Heel kleintjes in zijn linkerooghoek prijken.
Hij wil me zijn verdriet niet laten blijken
Maar is voor mij toch zichtbaar aangedaan.
Er liggen volle takken in het gras,
De oude stam is overlangs gespleten,
De boom zal nooit meer worden hoe hij was.
Hoe lang ik leef, ik zal dit nooit vergeten
Maar over dertig jaren snap ik pas
Wat pa denkt dat de boom vandaag laat weten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten